Bloedrood kleurende Hostie in priesterwoning te Aalst
Op 7 juli 2016 om 17u45 is er te Aalst (België) een hostie spontaan beginnen bloedrood kleuren. Het verschijnsel deed zich voor in aanwezigheid van meerdere getuigen.
Hostie ontoegankelijk!
De hostie zit opgesloten in een tinnen monstrans.
De monstrans waarin de hostie zit opgesloten heeft een hoogte van 30 cm. Het bijzondere is dat ze niet kan worden geopend, zoals bij alle hostie- of relikwiemonstransen gebruikelijk is. De ronde houder in het midden is langs de achterzijde dicht gesmolten (zie afbeelding verder) en langs de voorzijde afgesloten met een rond en plat glas dat achter de ring van de houder zit vastgeklemd. Het is dus onmogelijk om het voorwerp te openen zonder het stuk te maken. Enige ongeoorloofde manipulatie van de hostie is daardoor uitgesloten.
De keerzijde van de houder is helemaal dichtgesmolten
De foto van de voorzijde toont de glasplaat die onder de ring van de houder zit geklemd. Zonder het glas stuk te slaan is toegang tot de hostie ook niet mogelijk.
Vooraanzicht houder met vlakke glasplaat.
Een 200 jaar oude kleine “gelovigen-hostie”.
De pater had het liturgische kunstvoorwerp 9 maanden eerder (op 7 oktober 2015) gekregen van een gelovige, die het reeds 23 jaar in bezit had. Noch de pater noch de gelovigen wisten dat het daadwerkelijk een hostie betrof. De pater meende dat het een witte papieren of kartonnen imitatie van een kleine hostie betrof (die aan de gelovigen wordt gegeven bij de communie), veelvuldig gebarsten door uitdroging en ouderdom (het wit gebleven gedeelte van de hostie is nog steeds gebarsten zoals u kan zien op de afbeeldingen). Het gaat dus om een kleine hostie van nauwelijks drie centimeters doorsnede, dus niet een grote hostie die de priester gebruikt in de Heilige Mis bij de consecratie en de opheffing.
De vorige eigenaars hadden het kunstvoorwerp 23 jaar op de schouw staan van hun woonkamer, zonder dat het ook maar enige verandering had ondergaan. Hun huis stelden ze ter beschikking van de pater op 15 augustus 2015. Van die dag af hadden ze de monstrans in hun nieuwe huis gezet tot 7 oktober 2015 waarop ze aan de pater werd geschonken ter ere van het Feest van Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans. Vermits de pater noch iemand anders ooit heeft kunnen vermoeden dat het om een echte en geconsacreerde hostie zou kunnen gaan, heeft hij het bij hem op een mooie kast gezet in de eetkamer naast andere religieuze beelden.
Eerste specialist (8 juli 2016) : de Antiquair : “Uit tijd en plaats van de Boerenkrijg – doe ze niet open!”
Volgens de antiquair van Aalst (“Ars Sacra”), van wie het voorwerp gekocht werd, en die van beroep directeur is van een chemisch bedrijf B., dateert de monstrans van ongeveer 200 jaar geleden. Haar stijl, de materie en de samenstelling zijn daar duidelijke aanwijzingen van.
Hij herinnerde zich trouwens nog de aankoop en verkoop ervan. Hij kocht ze in Nijvel, van een antiquair ter plaatse die ze zelf van zusters verworven had, van een nonnenklooster dat gesloten werd en uitverkocht (het gaat hoogstwaarschijnlijk over de Conceptionistes, die in 1974 Nijvel verlaten hebben, na “een pijnlijke uitverkoop van het klooster” vermelden de archieven van de bibliotheek in Nijvel) ; er leven heden (2017) nog enige bejaarde zusters in Bastogne : Soeurs Conceptionistes en Belgique.
De archivaris van de stadsbibliotheek van Nijvel verklaarde : “Er bestaan nog twee andere gelijkaardige exemplaren in dit land. Ze staan afgebeeld in een antiek-kataloog.”
De antiquair van Aalst vertelde ons verder dat hij het fenomeen niet begreep, dat hij de monstrans gekocht en verkocht heeft met een soort “imitatie van een witte kleine hostie” erin en dat hij geen idee heeft (als directeur van een chemisch bedrijf) hoe deze verkleuring zich zou hebben kunnen voordoen.
Plotse en onverwachte verandering : een bloedroodkleurende hostie in Aalst
Hoe dan ook, volgens deze antiquair zit de hostie blijkbaar 200 jaar in de monstrans. De hostie is al die tijd niet helemaal vergaan maar op het eerste zicht onherkenbaar geworden voor het blote oog, het lijkt namelijk geen brood meer. Er zijn barstjes in ontstaan doorheen de tijd en door uitdroging blijkt het hostiebrood een weinig “gekristaliseerd of zelfs gefossielizeerd”. Maar in het rood geworden gedeelte van de hostie zijn de barstjes nu grotendeels verdwenen.
De hostie bevindt zich op een achtergrond van paars papier. Waarschijnlijk werd dit papier aangebracht om de leegte rond de kleine hostie op te vullen, om esthetische reden dus.
De antiquair raadde ons aan om de monstrans niet open te breken, “omdat u dan een bewijs vernietigt dat u het fenomeen niet gemanipuleerd hebt”.
Ondertussen had een gelovige een tekst op internet gezet (“restkerk”) en kwamen de media achter het bestaan van deze hostie. De pater heeft toen alle reporters ontvangen die zich kwamen aanbieden, om te vermijden dat er onzin zou rondgebazuind worden over deze delikate kwestie. Ze hebben allen wel één feit aanvaard: “dat het fenomeen blijkbaar niet werd veroorzaakt door bedrog, vermits de hostie totaal is opgesloten”.
Nochtans hebben de meeste publicaties melding gemaakt van de mening van enige specialisten “dat het waarschijnlijk om roodkleurende schimmel of bacterie gaat, of een chemisch proces van zware metalen”. Niets is bewezen, niets staat vast.
De woordvoerder van het bisdom Gent Peter Malfliet verklaarde zelfs voor de pers dat “eucharistische wonderen voor de middeleeuwen zijn”.
We antwoorden daarop met een vraag en antwoord van de Catechismus van Mechelen: Vraag 123. “Wordt de waarheid van de rooms-katholieke Kerk ook door mirakelen bevestigd?”
“Ja, sinds haar ontstaan en door alle eeuwen heen, wordt de waarheid van de rooms-katholieke Kerk ook door mirakelen bevestigd.” Catechismussen geven onfeilbare Leer weer, door het Gewoon Universeel Leerambt van de Kerk.
Mirakel van Lanciano : de bloedklonters. Er zijn menige Hostie-mirakelen gebeurd in de geschiedenis van de Kerk
De pater toonde het aan zijn toenmalige bisschop, Mgr Sanborn, die het “een merkwaardig fenomeen” vond “dat u moet laten onderzoeken door specialisten”. “Doe ik, Monseigneur”.
Tweede specialist (1 september 2016) : de Dokter geneeskunde en radiologie : “Geen wetenschappelijke verklaring mogelijk – doe ze niet open”
Volgens een Dokter-specialist uit Diest, die we met een paar gelovigen zijn gaan opzoeken en de monstrans in handen gaven voor onderzoek, is er
“met 100% wetenschappelijke zekerheid geen sprake van rode bacterie- of schimmelwerking”.
De Dokter zei nog :
“Bacterie- of schimmelwerking kunnen zich niet voordoen op enige minuten tijd en ze houden ook niet op met zich uit te breiden zolang er voedingsbodem aanwezig is ”
en “ook een chemische reactie is niet mogelijk
omdat er geen nieuwe katalysatoren en omstandigheden werden aangebracht”.
Inderdaad de monstrans bevond zich steeds in de huiskamer van de Pater onder dezelfde omstandigheden, in hetzelfde huis waarin het gestaan had gedurende 23 jaar, omdat de pater zoals gezegd, in het huis is gaan wonen van de vorige eigenaars van de monstrans.
Alle de vijf ooggetuigen hebben bovendien een volledige en duidelijke verklaring ondertekend.
Buiten schimmel- of bacteriewerking, of chemische reactie is er volgens alle specialisten geen (andere) wetenschappelijke verklaring mogelijk. Vermits deze oorzaken zijn uitgesloten moet wel men vermoeden en zelfs besluiten dat het om een buitennatuurlijke, bovennatuurlijke of Goddelijke tussenkomst gaat.
De dokter zei nog:
“Doe de monstrans nooit open, want ge gaat de hostie vernietigen: het witte gedeelte zal in stofdeeltjes uit elkaar vallen van de ouderdom, het rode gedeelte zal blijven plakken aan het glas.”
Derde specialist : Hoofd van laboratorium leger en hoofd van computerafdeling chemisch bedrijf:” Het is brood en de roodmakende substantie is geen water maar een visceuse vloeistof”.
We zijn met de monstrans naar deze specialist gegaan, die gewerkt heeft voor het leger (hoofd labo) en voor een Chemiereus M. (hoofd I.T. of computerafdeling). Hij maakte voor ons onderzoek gebruik van hoogwaardige microscopen die aangewend worden in het Indische leger en de universiteiten : “In Indië kan men namelijk uitstekend materiaal kopen aan een lage prijs”. Dan heeft hij ze zelf uiteengehaald en gekalibreerd, dat was trouwens één van zijn specialiteiten in het leger.
Indische microscoop
EERSTE PROEF : MICROSCOPISCH ONDERZOEK (24 oktober 2017)
In de loop van het onderzoek maakte hij enige belangrijke opmerkingen :
- Microscopisch onderzoek is in dit geval bemoeilijkt omdat de monstrans en de hostie niet kunnen doorgelicht worden. Er kan ook niet met plaatjes gewerkt worden waar men een staaltje van de witte en van de rode substantie op zou leggen, vermits de monstrans niet mag opengemaakt worden. Er moeten dus microscopen gebruikt worden die van bovenaf belicht worden en die zijn beperkt in hun functies.
- Hij heeft beelden gemaakt met 40x en 100x vergroting. De hier getoonde foto’s zijn 100x vergrotingen.
- Het microscopisch vergrote “witte gedeelte” vertoont luchtbolletjes, juist zoals dat bij tarwebrood-zetmeel het geval is wegens de gistwerking (“Starch bullets of wheat”).
- Foto 1 toont duidelijk deze bolletjes in het witte en in het rode gedeelte.
- Foto 2 : twee bolletjes zijn met rood aangeduid. Het gaat dus inderdaad om tarwebrood met zetmeel.
4. Men ziet een scheidingslijn tussen het witte en rode gedeelte: dat is waar de rode vloeistof zich begint te bevinden aan de oppervlakte. Zie op afbeelding 2 de rode scheidingslijn.
5. Het “roodmakende” is inderdaad en soort vloeistof want het vertoont duidelijk een onregelmatige en doorlopende scheidingslijn met het niet rode gedeelte.
6. Er is nergens sprake van schimmels want er zijn geen schimmeldraden te zien.
7. Het “roodmakende” is geen water want dan zou het brood (de bolletjes) zeker en vast aangetast of vergaan zijn.
8. Het rode gedeelte ziet er erg fris uit alsof het nog vloeibaar of visceus is, dus niet gestold. Dat is verder te onderzoeken met sterkere miscroscopen en onder ultraviolet licht, dat organische stoffen zoals menselijke “vocht” aangeeft.
9. Op afbeelding 3 ziet men de scheidingslijn tussen het rood gedeelte van de hostie (onder links) en het paars papier rond de hostie (boven en rechts). Er is een merkelijk verschil in kleur en structuur. De verschillen zijn te groot om van kleuruitloping te spreken : de rode kleur is sterk en fris en de paarse is zwak en fleps, dus de sterke rode kleur kan niet veroorzaakt zijn door het uitlopen van de zwakke paarse kleur van het papier onder invloed van een vloeistof.
10. Het “roodmakende” lijkt een dikke of visceuse vloeistof te zijn. Het heeft inderdaad de kleur en het uitzicht van vers bloed.
11. Het is merkwaardig dat de rode stof er na 1,5 jaar zo vers uitziet en ze ziet er niet als gestold uit.
TWEEDE PROEF MET ULTRAVIOLET-A LICHT (28 december 2017)
De volgende lampen werden gebruikt : UV A Lamp 04TBL golflengte 365 nm
We gebruikten inderdaad ultraviolet-A licht, (want ultraviolet-B gaat niet door gewoon glas heen en UV-C licht is dodelijk, dus zijn ze ongeschikt).
Eerst werd er een foto genomen van menselijk bloed onder normaal licht met een metalen muntstuk naast:
afbeelding a
Daarna werd het zelfde bloedmonster belicht met twee UV-A lampen. Hier werd ook een foto van gemaakt:
afbeelding b : Het munstuk is hier toevallig anders geplaatst tegenover de bloedvlek omdat de UV lampen moesten opgesteld worden
We zien dat het bloedmonster onder UV-A Licht donker wordt evenals het metaal (muntstuk). Dat is normaal, bloed en metaal absorberen UV-A licht waardoor ze als donker worden gezien.
Vervolgens werd een foto genomen van de monstrans onder normaal licht :
afbeelding c
De zelfde opstelling werd gefotografeerd onder het UV-A licht:
afbeelding d
Zetmeel en organische stoffen gaan onder UV-A licht oplichten. (zie het haartje dat onder het glas zichtbaar wordt links van de hostie). Vooral de hostie bestaande uit tarwezetmeel licht duidelijk op (witte gedeelte), dit is normaal vermits zetmeel organisch is. De rode substantie licht zwak op, op de plaatsen waar deze is vermengd met het onderliggende zetmeel. Op de plaatsen waar de rode substantie dikker is op het zetmeel, is ze duidelijk donkerder. Er blijkt een soort “gevecht” te zijn tussen het zetmeel dat oplicht en de rode substantie die eerder donker kleurt onder UV-A licht. Waar de rode substantie te dun is, ziet men het oplichten van het onderliggend zetmeel, waar ze dikker op het zetmeel ligt, kleurt ze donkerder.
Korte samenvatting van deze proef : Principe : “Onder UV-A licht worden organische stoffen licht maar vers en gestold bloed wordt zoals metaal helemaal donker”. In deze proef licht de rode substantie onder UV-A licht NIET op, dus het is geen organische stof. Ze wordt eerder donkerder maar niet helemaal want ze behoudt ook enigszins haar rode kleur. Ze reageert wel enigszins als bloed maar niet helemaal.
Belangrijke theologische opmerking :
het Bloed van Jezus zoals het NU is, is in zijn verheerlijkt lichaam en Hij zetelt in de hemel aan de rechterhand van de Vader. Het bloed dat Jezus nu heeft is dus van een verheerlijkt lichaam, het is “verheerlijkt” bloed. de Heilige Schrift zegt “de ziel zit in het bloed”. In het verheerlijkte bloed van Jezus zit zijn verheerlijkte ziel die één is met zijn Godheid. Verheerlijkte lichamen zoals die van Jezus en Maria in de hemel zijn materie, het zijn echte menselijke lichamen, maar wel van een speciale materie die wij op aarde niet kennen : verheerlijkte verrezen materie ! dat is één van de redenen waarom zoveel specialisten van de lijkwade van Turijn voor raadsels blijven staan.
Voor de hostie van Aalst : als het ooit zou gaan over het Bloed van Jezus, is het dus menselijk bloed want Jezus is mens, maar niet helemaal zoals we het kennen, want wij kennen alleen natuurlijk (“onverrezen”) bloed en geen bloed dat doordrongen is van verheerlijkte bovennatuur (na de verrijzenis). Sint Thomas van Aquino zegt bijvoorbeeld dat de verheerlijkte lichamen wel kunnen eten en drinken, maar dat ze dat niet meer nodig hebben.
Foto 1 door beroepsfotograaf Studio Dann Brussel
Vierde deskundige : een Dokter in de geneeskunde uit Noord-Brabant: “geen wetenschappelijke uitleg voorhanden, maar we zoeken naar sterkere microskopen”
“Vermits de verkleuring onmogelijk kon veroorzaakt worden door bacteriewerking, schimmelwerking of een chemische reactie is er inderdaad geen wetenschappelijke verklaring voorhanden. Ik zoek een labo dat met sterke microscopen die van bovenuit belichten, het voorwerp verder kan onderzoeken op de identificatie van de moleculen van de rode substantie”. We wachten dus op verder onderzoek.
Foto 2 door beroepsfotograaf StudioDann Brussel
Bijzondere samenloop van omstandigheden.
Het verschijnsel van de bloedende hostie kenmerkt zich bovendien door een bijzondere samenloop van omstandigheden, die toeval onmogelijk maken want Sint Thomas zegt :
“Als het toeval te vaak voorvalt, is het geen toeval meer”.
1) Het fenomeem doet zich voor op een donderdagavond tussen omstreeks 17u45 en 18uur ’s avonds, rond het tijdstip dat Jezus de eerste Hosties (tarwebrood in de eerste Mis) heeft geconsacreerd (Witte donderdagavond bij het Laatste Avondmaal).
2) Het is ook de eerste donderdag na het begin van de maand juli, en juli is door de Kerk toegewijd aan het Kostbaar Bloed van Jezus.
In juli gedenken wij dat “Jezus vergoot zijn bloed” betekent :
Hij gaf zijn leven voor ons in een marteldood.
3) Het doet zich voor op de verjaardag van Pater Jacqmin op 7 juli, en negen maanden nadat de hij het heeft gekregen op 7 oktober (feest van Onze Lieve Vrouw). Dus na de monstrans negen maanden voordien gekregen te hebben op het Feest van de Moeder van God, wordt Jezus zichtbaar. Na negen maanden (de tijd van een zwangerschap) wordt het duidelijk dat de hostie eens geconsacreerd is geweest en dus het Lichaam van het Jezus is geweest, wordt het Lichaam van het Kind van de Moeder dus kenbaar…
4) De verkleuring doet zich voor in aanwezigheid van 5 ooggetuigen die allemaal het voorwerp gekend hebben zoals het voordien was.
5) Een beeldje van het Kind Jezus werd die dag geschonken aan de Pater die het naast de monstrans neerzet op een eetkamerkast (zie verder). Het beeldje van Jezus draagt een boodschap (zie afbeelding) :
“Indien ge Mij bemint, volg Mij”.
6) De monstrans dateert uit de tijd van de Boerenkrijg :
- 1798, de laatste keer dat de gelovigen van deze streken hun bloed hebben vergoten voor het geloof en gezin. Hun leuze was “voor outer en heerd” (voor altaar en haard). Zie verder.
- De man die de Boerenkrijg is begonnen, is Charlepoeng of Charles Loupoigne Jacqmin, een officier uit het Oostenrijkse leger, die de Vlaamse leiders aangesteld heeft: Van Gansen, Rolliers enz.. Hij is de neef van een verre voorvader van de pater. Charles Jacqmin verbleef meerdere malen in Nijvel (waar de hostie vandaan komt) en is tweemaal ondergedoken in Aalst (waar de Pater woont en waar ze is gaan bloedrood kleuren)… allemaal toeval ! ?
Charles-François Jacqmin de Loupoigne, “Brigand” gedood “voor Outer en Heerd”.
De gemeenschappelijke voorouders van de Pater en deze Boerenkijger zijn Jean Antoine Jacqmin 1677-1730 en Marie Anne Verly 1686-1716.
- De pater had voor dit voorval, in zijn kapel een mooi kastje neergezet naast het altaar, met aarden potjes erin, waarin enige aardegrond zit van de plaatsen, waar de belangrijkste gesneuvelden zijn gevallen onder de Boerenkrijg. Die grond is geheiligd door hun bloed, vergoten voor “altaar en haard”, voor godsdienst en gezin. De pater deed dat om de ongekende Heilige martelaren van de Boerenkrijg beter te kunnen vereren. Ongeveer 1000 zijn er gestorven in Mol, 1000 in Wintham, 650 in Ter Hilst bij Hasselt enz… Hij had ook een vlag opgehangen van de Boerenkrijg in dezelfde kapel : een bloedrood kruis ! Weer toeval…
Vlag van de Boerenkrijg,
die oorspronkelijk de vlag van Sint Joris is en ook onder de kruistochten werd gebruikt
7) 7 juli : een zeer “geladen” datum !
Voor mensen die van bijbelse getallensymboliek houden : de datum en het heilig getal zeven.
het fenomeen valt voor op 7 juli 2016
of 7-7-’16.
1+6 = 7
Dus op 7-7-7
7 is het getal van de godsdienst en van de priester
volgens Sint Augustinus. Want 7 is de verbinding tussen 4 en 3 want 4 en 3 is 7.
- 4 is het getal van het heelal, van de schepping, gesymboliseerd door: de 4 windstreken (plaats) , de 4 elementen (samenstelling : water, aarde, lucht en vuur) en de 4 jaargetijden (tijd).
- 3 is het getal bij uitstek van de Ware God die Drievuldig is.
- Religie of godsdienst is de relatie, de verbinding, het samenkomen van God (3) en de schepping (4), de Koning van de schepping (4) en de Schepper Zelf (3), 4 en 3 komen samen en vormen 7 want 4 en 3 is 7. “7” is dus het getal van de religie.
- Een tweede reden waarom 7 het getal is van religie : de zevende dag was het einde van de scheppingsweek en hij werd de “heiligingsdag”. Want de 6e dag maakte God zijn schepping af door de mens te scheppen en de 7e dag rustte Hij. “6” Is dus symbool voor de volmaaktheid van de schepping: de mens, koning van de zichtbare schepping. Maar de mens (“6”) moet “7” worden, in die zin: er moet iets bij komen (“1″ erbij, namelijk ” God eren”) , hij moet namelijk God erkennen en eren. Hij moet dus de zevende dag “godsdienst bedrijven”, de dag des Heren heiligen.
Als “6” weigert om “7” te worden, als de mens weigert om God te eren, als hij weigert godsdienstig te worden, wordt hij slecht. Maakt hij zichzelf bovendien tot (af)god, dan wordt het “666”, namelijk de mens, 6 die zich het goddelijk getal 3 aanmatigt, drie zessen, “666” is het symbool van de antechrist, volgens de Apocalyps : de goddeloze mens bij uitstek. Kortom “7” is “6 die God erkent en vereert” en dus “7” wordt. Het bijbels teken van Gods verzoening met de mensheid na de zondvloed is gesymboliseerd door de regenboog die bestaat uit zeven kleuren.
De regenboog heeft zeven kleuren
In de katholieke godsdienst zijn er 7 sacramenten, 7 Gaven van de Heilige Geest, 7 ingestorte deugden, waarvan 3 goddelijke en 4 morele deugden, 7 werken van barmhartigheid. Zeven is dus een heilig getal.
Kortom “7” is symbool van de godsdienst, en dus ook van de priester die de godsdienst moet organiseren en uitoefenen, die “3” met “4” moet verzoenen door religie te bedrijven, en “4” naar “3” moet bekeren. Welnu het fenomeen van de bloedende hostie in Aalst is :
- een godsdienstig fenomeen (namelijk mirakel),
- van een hostie (een Allerheiligst sacrament) ,
- in het huis en op de verjaardag van een priester.
- “Mirakel” is godsdienstig= “7”.
- “Allerheiligst sacrament” is godsdienstig = “7”.
- “Priester” is godsdienstig = “7”.
Dus drie zevens : 7-7-7.
Dat is het getal van de datum van het voorval. Weer toeval ?
De geboortedatum van de priester is 7 juli 1952, of 7-7-’52.
5+2=7
dus weer 7- 7- 7, blijkbaar een gepaste datum voor een priester om geboren te worden. Trouwens wordt hij geboren juist negen maanden na de 7e oktober (zie boven : zelfde datum dat hij de monstrans krijgt). Weer is alles toeval?
Dan, zijn werk als priester: driemaal 7 juli
De Zoete Vrouwe van Den Bosch
De eerste benoeming van deze priester was in het Bisdom Den Bosch, waarvan het patroonsfeest is “de Zoete Vrouwe van Den Bosch”, gevierd op 7 juli ! Weer toeval? Zijn eerste kapel waar hij verantwoordelijk voor was, was toegewijd aan “Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans” waarvan de feestdag op 7 oktober valt (zie boven : zelfde datum dat hij de monstrans krijgt). Weer toeval ?
Zijn tweede benoeming na een rustpauze, is Oost-Europa (Polen, Litouwen, Letland, Estland, Rusland). De Schutsvaders of Patronen van Oost-Europa zijn de Heiligen Cyrillus en Methodius, feestdag gevierd op 7 juli.
HH Cyrillus en Methodius
Weer toeval?
Dat de hostie begint te bloeden op die dag is dus voor de pater op een zeer “geladen” datum. Dat alles is toeval ?
8) Een beeldje erbij met een boodschap.
Ter gelegenheid van de verjaardag van de Pater op 7- 7-’16 waren er dus zeven mensen bij hem uitgenodigd voor een Misoffer bij te wonen, gevolgd door een feestje en een maaltijd.
’s Middags na de H. Mis opent de jarige de geschenken en in één van de pakjes zit er een beeldje van Jezus als jongeling. De pater zegt: “Fijn, dat is een beeldje van Jezus zoals Hij 2000 jaar geleden was. Vermits het nu 2016 is, is het 2000 jaar gelden dat Jezus 16 jaar was”... En hij plaatst het beeldje bij de monstrans op een kast in de eetkamer. Dit gebaar vestigt toevallig de aandacht op de monstrans zodat iedereen nog kan zien dat de “hostie” helemaal wit is en zoals al zoveel jaren, geen enkele verandering heeft ondergaan.
Later op de dag om 17u30, brengt de pater drie genodigden naar het station. Ondertussen kijken de vier nagebleven genodigden om 17u45 nogmaals naar het beeldje op de kast om de tekst die er op staat te lezen. Bij die gelegenheid wordt meteen opgemerkt dat de hostie gedeeltelijk bloedrood aan het worden is : de rode kleur gaat in omgekeerde-maanvorm van links naar rechts.
De omgekeerde maan is het symbool van de I*s*l*a*m die voor in deze huidige tijd het bloed van vele christenen doet vloeien. Het mystiek lichaam van Jezus (de Kerk) bloedt. weer toeval?
De pater komt aan om 18uur en ziet nog het laatste gedeelte rood worden. Hij is de vijfde ooggetuige.
In het bloedrood gedeelte zijn de barstjes verdwenen en is de hostie heel geworden, als “geheeld”. Dit kan duiden op bloed dat inderdaad een coagulerende werking heeft.
Twee keer leidt het beeldje van Jezus de aandacht naar de monstrans.
Het beeldje draagt een boek met daarop de tekst: “Indien gij mij bemint, volg mij.” Het is alsof Jezus zelve zich tot ons richt.
Een jaar later weer een “toeval” met de datum
In augustus 2017 gaat de pater achter de hoek waar hij woont bij een wijnhandelaar Le Compte te Aalst miswijn kopen. Hij vraagt aan de verkoopster witte wijn, zo zuiver mogelijk, zonder toevoegselen. De vrouw stelt hem voor “Dominique Duclos (à Vis)
IGP des Côtes de Gascogne Colombard Chardonnay 75 cl” te nemen, met maar weinig sulfieten in.
De wijngaard van de gekochte wijn uit Gascogne
De pater is akkoord en neemt een grote hoeveelheid dozen van om prijsvermindering te krijgen, krijgt er een gratis kurkentrekker bij, betaalt, laadt alles in en vertrekt. Thuis laadt hij de dozen uit en… leest toevallig wat erop gedrukt staat : “filled on 07 JUL 2016”. Ja, de datum dat de hostie is gaan bloeden het jaar voordien. De wijn die in de Heilige Missen het Heilige Bloed zal worden van Jezus, is in flessen gegoten op dezelfde datum als de hostie in de monstrans een rode kleur is gaan vertonen.
Toeval? Teveel toeval is geen toeval zegt St Thomas.
Stuk karton uitgesneden uit een doos waar de wijnflessen in zaten.
Als men nadenkt blijkt dat een knipoogje van de hemel te zijn om te tonen :
- dat een jaar voordien de bloedrode substantie verwijst naar het BLOED VAN JEZUS …voor degenen die nog een twijfel zouden hebben en denken dat alles louter toeval is.
- dat – omgekeerd – voor de ongelovigen en twijfelaars er verzezen wordt naar het feit dat bij de consecratie de priester (de substantie van ) het brood van de hostie in (de substantie van ) het Lichaam van Jezus verandert. Dit heet het dogma van de transsubstantiatie : de fysische en zintuiglijk waarneembare eigenschappen van het brood en de wijn blijven bestaan, maar door de goddelijke macht hem verleend bij de priesterwijding, vernietigt de priester de substantie van brood en wijn en stelt in de plaats de substantie van het Lichaam en Bloed van Jezus zoals hij zich nu bevindt zittend aan de rechterhand van de Vader in de hemel. Toen Jezus zei “Dit IS mijn lichaam en dit IS mijn bloed” IS het ook zijn lichaam en bloed geworden (de wezenheid, de substantie , het “zijn” is veranderd) , ook al blijven we brood en wijn ZIEN : de zintuigelijk waarneembare eigenschappen zijn gebleven.
Bij de consecratie van de Mis, komt Jezus onzichtbaar tegenwoordig, hierboven zichtbaar gemaakt in deze schilderij van Paul Wante
Opwerping : « Het is van de duivel,
die kan dat ook…»
Antwoord:
De duivel kent en kan als (gevallen) engel alles wat iedere engel kan, want bij zijn zondeval heeft hij zijn natuur van engel niet verloren (buitengewoon verstand en machtige wil in vergelijking met de mensen), maar wel zijn “staat van genade”. Hij kent en kan dus inderdaad meer dan mensen kennen en kunnen. Hij kent inderdaad meer (alle !) natuurlijke wetten en kan ze beter manipuleren.
Maar er zijn twee dingen die de duivel NIET KAN volgens de heiligen : dat is aanzetten tot liefde tot God of tot nederigheid. Want dat is radikaal tegenovergesteld aan wat hij voorstaat. En dat is nu juist wat hier wél gebeurt, want de tekst van het beeldje zegt uitrdukkelijk :
« indien ge mij bemint, volg mij »
- « indien gij Mij bemint.. » : is een aanzet tot liefde
2. « …volg Mij » : is een aanzet tot gehoorzaamheid, dus tot nederigheid. Sint Ignatius zegt inderdaad dat de eerste trap van nederigheid de gehoorzaamheid aan God is, dat betekent gehoorzaamheid aan Zijn geboden, aan de wettige bevelen van wettige oversten en de gewillige aanvaarding van alle wederwaardigheden in alle omstandigheden van het leven.
Bovendien zegt Jezus: “men kent de boom aan de vruchten”. Wel, de verspreiding van het nieuws over deze hostie heeft al meerdere mensen tot bezinning en tot bekering, zelfs tot biechten gebracht. Er zijn geen slechte vruchten bekend…
..alleen dat sommige mensen “pissig” worden als ze geconfronteerd worden met het mirakel, namelijk zij die pater Jacqmin niet willen volgen in zijn verkondiging van de volledige waarheid , die sommigen stoort in opvatting en levenswijze, “dus moet hij wel verkeerd zijn, en kàn de hostie à priori geen mirakel zijn..”.
Jezus werd ook maar door weinigen gevolgd (8000 Joden van de 2 miljoen hebben zich uiteindelijk bekeerd en laten dopen) en uiteindelijk werd hij zelfs door degenen vermoord die zeiden, nadat Hij Lazarus had opgewekt uit de doden : “nu moeten we niet alleen Jezus maar ook Lazarus doden”. Ze wilden niet geloven. Ze wilden zelfs het mirakel doen verdwijnen. Ja, dan houdt alles op, de engelen zongen bij Zijn menswording : “Vrede op aarde aan de mensen van goede wil”, dus niet aan de mensen van slechte wil. Dat neemt niet weg dat het goede toch zijn eigen weg gaat. Niemand houdt God tegen.
Foto 3 door beroepsfotograaf Studio Dann Brussel
Kunnen we dan hier van een echt mirakel spreken?
Wat is een mirakel volgens de Katholieke Kerk ?
“Een mirakel is een zintuiglijk waarneembaar fenomeen, waar geen wetenschappelijke verklaring voor bestaat noch mogelijk is, en dat zich voordoet in religieuze omstandigheden.
Voor de gelovige en voor ieder redelijk mens is het een tussenkomst van God Almachtig, meestal door middel van engelen of heiligen, om de zoektocht naar de ware godsdienst gemakkelijk te maken”.
“De Kerk heeft zes kenmerken: vier inwendige en twee uitwendige. Inwendige : ze is één, heilig, katholiek en apostolisch. Uitwendige : er gebeuren in haar, gedurende alle eeuwen, mirakelen en profetieën”.
Het onfeilbare dogmatische eerste Concilie van Vaticaan heeft in 1870 verklaard “dat al wie beweert dat mirakelen onmogelijk zijn, in de ban is van de Kerk”.
Laten wij ons bezinnen over de betekenis van deze gebeurtenis.
Pater Jacqmin verkondigt inderdaad een uitgebreide verklaring over de Kerk , haar 50 jaar lange crisis, de huidige pausen en antipausen en de oplossingen ervoor. Hij put hiervoor uitsluitend in de twee bronnen van het geloof (Heilige Schrift en Traditie) en baseert zich op bewezen feiten. Het gaat dus om zekerheden, want twijfelen aan de bronnen van geloof is ketterij, en twijfelen aan bewezen feiten is gekheid.
Hierover meer : zie teksten op deze webstek.
Wat nu ?
We stellen vast dat sinds de dag van de bloeding 7 juli 2016, de hostie niet is veranderd. Er werd reeds microscopisch onderzoek verricht doorheen het glas om vast te stellen over welke materie het gaat : bloed of iets anders. Het resultaat is dat het rode gedeelte er als bloed uitziet. Maar om meer gewicht te geven aan dit onderzoek, nemen we contact met nog andere specialisten. We zullen u op de hoogte houden van het resultaat.
VGV (vaak gestelde vragen – FAQ) :
Wat is de uitleg van een opgesloten en verkochte hostie?
M.a.w. welke priester gaat een “gelovigen-hostie” opsluiten in een kleine tinnen monstrans en nadien verkopen? dat is toch heiligschennis? Normaal is een monstrans veel groter, van zilver of goud en is de hostie uitneembaar. In alle geval wordt nooit een hostie opgesloten en nog minder verkocht.
De enige redelijke uitleg die ik tot nu toe gevonden heb is het volgende hoogstwaarschijnlijke verloop van een beroerde geschiedenis, waarin alle door ons gekende elementen als stukken van een grote puzzel mooi in elkaar passen:
1794 : De Franse revolutie (° Parijs 1789) komt geweldadig België binnengevallen. De steden durven geen weerstand bieden omdat de meeste wallen en burchten kort voordien zijn afgebroken door de ketterse “Keizer-Koster” Jozef II van Oostenrijk. We zijn er in geslaagd hem met veel moeite te verjagen, maar we hebben de tijd niet gehad om onze verdedigingsgebouwen te herstellen.
12 okt. tot 5 dec. 1798 : tot 15.000 doden “voor outer en heerd”
1798 : De enigen die weerstand bieden zijn de Vlaamse boeren, want de godsdienst wordt verboden (“voor altaar”) en onze knapen worden opgeroepen in het leger van de revolutie, om overal in Europa deze dwaling met geweld te verspreiden (en “voor de haard”, voor het gezin). Ook alle priesters en geestelijken moeten een eed afleggen aan een godslasterlijke tekst. De meesten weigeren.
In het zuiden, tussen Brussel en Luxemburg is er ook een kleine groep opstandelingen aktief (“Brigands” worden ze genoemd door de revultionairen), onder leiding van Charlepoeng (Charles Jacqmin), een officier van hegt Oostenrijkse leger. In Nijvel (tegen Brussel) staat het nonnenklooster van de Conceptionisten. Vermits de gezochte opstandeling ofte “Brigand” Charlepoeng in de buurt is, wordt de vervolging in die streek intens en gevaarlijk. De aalmoezenier moet zoals vele priesters onderduiken, om niet te worden opgepakt, gedood of gedeporteerd naar Frans Guyana, een hel op aarde.
Voordat hij vertrekt neemt hij afscheid van de zusters, die klagen dat God hen, met het vertrek van de priester, ook enigszins verlaat : geen Heilige Mis meer, geen Communie, geen Lof meer noch Aanbidding, een leeg Tabernakel, geen Monstrans. De aalmoezenier vindt er iets op om de zusters zoveel mogelijk nog de aanwezigheid van God te gunnen: de kleine monstrans die hij onlangs heeft laten maken door een gelovige kunstenaar, bestaat uit goedkoop materiaal omdat de Kerk in ons land totaal geplunderd was door de “sanskulotten”, en ze is klein omdat hij ze zo gemakkelijk kon meenemen en verstoppen in zijn ondergedoken apostolaat.
Normale grote gouden of zilveren maar vergulde hostiemonstrans, waar in die tijden van vervolging geen geld en plaats voor was.
Hij heeft geen tijd om nog vlug een grote hostie te consacreren in een Heilige Mis. Dus neemt Hij vlug en eerbiedig een kleine geconsacreerde Hostie uit het tabernakel en laat die door een gelovige vakman hermetisch opsluiten in de monstrans om het geconsacreerde brood zolang mogelijk mee te laten gaan. Hij vult de leegte achter de hostie op met paars papier, want de monstrans is eigenlijk gemaakt voor een grote priesterhostie en de kleine hostie vult niet de ganse ruimte op. De vakman moet dat vlug en haastig gedaan hebben, gezien de slordigheid waarmee het plaatje achteraan is vastgesmolten ; het staat inderdaad in schril contrast met de fijnheid van de afwerking van de kunstige voorzijde. Blijkbaar was er grote haast wegens het gevaar ontdekt te worden door de vervolgers.
Hij nuttigt eerbiedig de rest van de hosties uit het tabernakel en zegt aan de zusters voor hij vertrekt ongeveer dit : “Deze Hostie in de monstrans laat ik hier achter, zo hebt ge God onder u in het tabernakel! Ge moogt ze dus aanbidden. Maar als ge merkt met het blote oog, dat de fysische eigenschappen van het brood vergaan zijn, dan is dat het teken dat de werkelijke Tegenwoordigheid van Jezus heeft opgehouden. Dan moet ge de monstrans wegsteken tot er een priester komt om de hostie te doen verdwijnen volgens de regels van de Kerk. Ik bid voor jullie en geef jullie de zegen. Ik reken ook op jullie gebed voor mij.”
Volgens de kronieken uit de bibliotheek van Nijvel, “zijn de zusters vervolgd geworden, werd hun klooster gesloten, zijn de zusters teruggegaan naar hun families, tot jaren nadien de vrede werd gesloten tussen Kerk en staat”. De monstrans werd telkens meegenomen of weggestoken, omdat de hostie was vergaan (namelijk onherkenbaar was geworden als brood).
Na 200 jaar, in 1974, wordt het klooster verkocht en weet niemand meer wat die monstrans voorstelt noch inhoudt, die diep in de grote kluis van de sacristie of in een grote kast zolang veilig ligt opgesloten. Ze komt na vele omzwervingen terecht bij Pater Jacqmin en God beslist om deze priester en de gelovigen kenbaar te maken dat het om een oude en ooit geconsacreerde hostie gaat.
Dit is de enige mogelijke verklaring voor zover we weten, voor het bestaan van deze monstrans, als we rekening houden met alle stukjes van deze dramatische Kerkhistorische puzzel.
Geheime Mis in het bos door ondergedoken priester
Moeten we de hostie nu aanbidden of vereren en hoe ?
Ze moet hoogstwaarschijnlijk vereerd worden omdat het hoogstwaarschijnlijk gaat over een relikwie van een 200 jaar oude geconsacreerde hostie (witte gedeelte) en misschien over de wonderlijke relikwie van Jezus’ Bloed (rode gedeelte). Dus zoals de relikwie vereerd wordt van Jezus’ Bloed in Brugge.
Ze stamt uit een tijd (Boerenkrijg) dat de laatste keer was dat een deel van onze bevolking zijn bloed vergoot voor het geloof. Zijn wij ook bereid om zoals we bidden in de akte van geloof :
“in dit ware geloof te willen leven en sterven ?”
– – – – – – – – – –
Voor meer inlichtingen:
0470 27 73 02