Volgens de thesis Cassiciacum verliest de Paus zijn pausschap door een ketterij, hetgeen gewoon de Traditie van de Kerk is.
Volgens de thesis verliest hij door ketterij zijn “pausschap formaliter” en wordt hij daardoor “paus materialiter.” En indien deze ketter zich bekeert, wordt hij door het feit zelf terug paus. En dit is foutief.
Neen, wat er werkelijk gaande is, is dat een paus die in ketterij vervalt zijn status van gelovige verliest, zijn status van lid van de Kerk. Want een ketter is geen gelovige meer, hij zondigt tegen het geloof. En OMDAT hij geen gelovige meer, is zijn “wezen van gelovige” verloren gegaan, en kan hij ook geen paus meer zijn omdat het gelovig-zijn tot een onderliggende materie ( = een man, gedoopt en gelovig) behoort van het pausschap. Inderdaad zoals u wellicht weet kan iedere gedoopte en gelovige man in theorie tot paus gekozen worden (3 voorwaarden dus : man, gedoopt en gelovig – en dat is voldoende, hoewel meestal in werkelijkheid Italiaanse bischoppen-kardinalen tot paus verkozen worden). Dus het geloof is niet de “vorm” van het pausschap maar behoort tot een onderliggende materie ervan, die op haar beurt weer verschillende onderliggende vormen heeft die tot die onderliggende materie behoren. Want zoals u weet kan de pure materie niet op zichzelf bestaan, de materie bestaat altijd met een of ander (hier : onderliggende) vorm.
Dus een paus die zijn geloof verliest, verliest NIET zoals de thesis zegt zijn pausschap formaliter (verliest de vorm of het zijn van het pausschap), maar verliest, door het verlies van geloof, zijn pausschap materialiter : de onderliggende materie voor pausschap is corrupt geworden, het gelovig- zijn, en DAARDOOR verliest hij OOK, maar in de TWEEDE plaats, zijn pausschap FORMALITER, omdat de vorm niet kan bestaan zonder de materie. Bijvoorbeeld zoals een normaal mens niet kan blijven bestaan, zijn ziel niet in zijn lichaam kan blijven waarvan de onderliggende materie corrupt is geworden (hartfalen, leverdood, falen van beide nieren enz…), dat is de dood van de mens.
Het geloof is de vorm van een gelovige, maar het gelovig-zijn behoort tot de materie voor een pausschap, niet tot zijn vorm. De vorm van het pausschap is namelijk iets anders : 1) na gekozen te zijn door het conclaaf en 2) de verkiezing aanvaard te hebben, 3) verkrijgt men van God het pausschap : “alle autoriteit komt van God” zegt St Paulus. DUS als een paus ketter wordt, verliest hij zijn pausschap, NIET OMDAT hij de vorm van het pausschap verliest, maar een ketter verliest zijn pausschap OMDAT hij een onderliggende materie verliest van het pausschap : het gelovig zijn, daardoor verliest hij ook de vorm van zijn pausschap. De vorm van het gelovig-zijn is verloren gegaan, namelijk het geloof, en daarmee is zijn hele status van gelovige verloren gegaan, want zoals gezegd, de materie kan niet bestaan zonder vorm, men kan niet gelovige blijven zonder geloof en men vervalt dan naar een onderliggende zijn : mens-zijn (tja, een ketter is nog steeds een ongelovige …mens). En omdat een ketterse paus geen gelovige meer is, behoort hij ook niet meer tot de Kerk en kan hij dus ook het hoofd van de Kerk niet meer zijn. Dit geldde trouwens alleen voor Paulus VI, die nog geldig door een conclaaf verkozen is geweest in 1963 en in 1964 door ketterij zijn pausschap verloor.
De thesis zegt ook dat zulk ketter zijn pausschap terug verkrijgt doordat hij zich bekeert. Dat is alleen mogelijk als de vorm van het pausschap ook aanwezig is na de bekering (normaal gezien : de aanvaarding door alle kardinalen). Ook dat geldde alleen voor Paulus VI. Nu zijn er geen kardinalen meer.
inderdaad na de dood van Paulus VI heeft men geen geldige conclaven maar omdat alle kardinalen ketters waren en nog steeds zijn, door de massalen aanvaarding van de ketterijen van Vaticanum II en de toepassingen ervan. Bovendien zijn nu alle levende kardinalen gecreëerd door … antipausen.
Vanaf dan hebt ge te maken met ketters en schismatieken die hun “paus” verkiezen, die EIGENLIJK zelfs geen antipaus meer is, omdat een antipaus iemand is die verkeerdelijk als paus wordt aanvaard door … katholieken. En allen die deze ‘antipausen” aanvaard hebben, waren/zijn geen katholieken vermits ze allen OOK Vaticanum II aanvaard hebben.
Dus de thesis is fout op allerlei punten.