Dierbaren,
Mag ik u met de nodige voorzichtigheid en trouw aan de katholieke leer deze astronomische hypothese uitleggen over de Ster der Wijzen, zoals die werd voorgesteld door de Duitse geleerde en astronoom Johannes Kepler (1571-1630), een groot wiskundige en katholiek.
Kepler, een vroom katholiek en briljant wiskundige, ontwikkelde deze verklaring in zijn werken, zoals “De Stella Nova” uit 1606, na zijn waarnemingen in 1603-1604.
Kepler stelde voor dat deze conjunctie de Ster van Bethlehem kon zijn, of tenminste een natuurlijk teken dat God gebruikte om de Wijzen te leiden.
Kepler stelde voor dat de Ster een drievoudige conjunctie was van de planeten Jupiter en Saturnus in het sterrenbeeld Vissen, die plaatsvond in het jaar 7 voor Christus (volgens zijn berekeningen, die vandaag nog grotendeels standhouden). Deze conjunctie betekende dat de twee planeten driemaal schijnbaar dicht bij elkaar kwamen: in mei, september en december van dat jaar. Voor oude waarnemers, zoals de Wijzen uit het Oosten die vertrouwd waren met de sterrenkunde, verscheen dit als een buitengewoon heldere “ster” met een aloude symbolische betekenis – Jupiter als koning der planeten, Saturnus als symbool voor het Joodse volk, en Vissen voor het land Judea.
Nu specifiek over de aspecten die Kepler uitvoerig toelichtte in zijn astronomische redenering:
- Hoe de ster scheen te bewegen: Kepler legde uit dat planeten zoals Jupiter en Saturnus een schijnbare beweging hebben in de hemel, veroorzaakt door de rotatie van de aarde en hun eigen banen rond de zon. Tijdens de conjunctie zouden de Wijzen de “ster” hebben zien opkomen in het oosten (zoals beschreven in Matteüs 2:2) en langzaam westwaarts bewegen over de hemelboog, nacht na nacht. Dit kwam overeen met de reis van de Wijzen van het Oosten naar Judea, die waarschijnlijk maanden duurde. De beweging was dus niet miraculeus snel, maar natuurlijk en voorspelbaar voor astronomen, wat de Wijzen in staat stelde haar te volgen als een goddelijk teken.
- Te verdwijnen boven Jerusalem: Kepler redeneerde dat de conjunctie tijdelijk kon “verdwijnen” uit het zicht wanneer de planeten te dicht bij de zon stonden aan de hemel, waardoor ze overdag onzichtbaar werden of verborgen raakten door het zonlicht. Boven Jerusalem zou dit kunnen zijn gebeurd wanneer de Wijzen arriveerden: de “ster” was op dat moment wellicht aan het culmineren (hoogste punt) of tijdelijk niet zichtbaar, bijvoorbeeld tijdens een fase tussen de conjuncties of door atmosferische omstandigheden. Dit stemt overeen met het Evangelie, waar de Ster de Wijzen leidt tot Jerusalem, maar dan lijkt te verdwijnen, zodat ze Herodes moeten raadplegen (Matteüs 2:7-9).
- Weer te verschijnen: De drievoudige natuur van de conjunctie was cruciaal voor Kepler: na een periode van schijnbare scheiding (waarbij de planeten verder uit elkaar leken te gaan), kwamen ze tweemaal opnieuw dichtbij, wat de indruk gaf van een “hernieuwde verschijning” van de heldere ster. Dit kon de Wijzen hebben aangespoord om hun reis te hervatten na hun ontmoeting met Herodes, alsof de Ster opnieuw opdook om hen verder te leiden naar Bethlehem.
- En stil te staan: Dit is een van de meest ingenieuze delen van Keplers verklaring. Hij wees op het schijnbare retrograde beweging van planeten, een optisch effect waarbij een planeet (vooral Jupiter) vanuit de aarde gezien lijkt te vertragen, stil te staan (de “stationaire fase”), en dan van richting te veranderen. Tijdens de conjunctie van 7 v.Chr. onderging Jupiter zo’n retrograde beweging in december, precies rond de tijd die met de geboorte van Christus wordt geassocieerd. Dit kon de indruk wekken dat de Ster “stil bleef staan” boven de plaats waar het Kind was (Matteüs 2:9), alsof ze halt hield boven de kribbe te Bethlehem. Kepler berekende dit precies en zag het als een providentiële samenloop.
Deze hypothese is een voorbeeld van hoe God natuurlijke oorzaken kan gebruiken voor Zijn wonderbare doeleinden, zonder de mogelijkheid van een bovennatuurlijk ingrijpen uit te sluiten. De heilige Kerk leert ons dat de Ster een teken was van de geboorte van de Verlosser, en of ze nu een conjunctie was of een puur wonder, ze leidde de Wijzen tot de aanbidding van het goddelijke Kind.
Deze astronomische verklaring is een plausibele en rationele hypothese, gebaseerd op precieze berekeningen, en zij komt niet in strijd met het katholieke geloof: God kan natuurlijke oorzaken gebruiken om Zijn voorzienigheid te tonen. De Kerk heeft echter nooit de exacte natuur van de Ster gedefinieerd; zij kan een zuiver miraculeus verschijnsel zijn geweest, een natuurlijk teken door God geordend, of zelfs een manifestatie van de goddelijke glorie (zoals de Shekinah in het Oude Testament).
Het belangrijkste is dat deze Ster de heidenen leidde om het vleesgeworden Woord te aanbidden, de profetieën te vervullen en het universele heil aan te kondigen.
Moge Onze Heer Jezus Christus, Licht der wereld, geboren in Bethlehem, uw hart verlichten in deze Kersttijd, en moge de Allerheiligste Maagd Maria, Sterre der Zee, u altijd naar Haar Zoon leiden.
In eenheid van gebed, Uw dienaar in Christus.




