November de maand van de arme zielen.
Door de AFLATEN kunnen wij de zielen in het vagevuur deze maand heel speciaal helpen.
WAT IS EEN AFLAAT?
„Al hetgeen gij op aarde zult ontbinden, zal ook ontbonden zijn in de hemel.“ (Mt. 18,18) Met deze woorden heeft de H. Kerk van Jezus Christus de macht ontvangen, om de mensen van alles te bevrijden wat hen de toegang tot de hemel in de weg staat. En dus, om hen te ontslaan van alle zondenschuld en de zondenstraffen.
Door het H. Sacrament van de Biecht krijgen wij vergiffenis van de zondenschuld en kwijtschelding van de eeuwige straf van de hel. Maar door de Biecht worden niet altijd alle tijdelijke straffen kwijtgescholden.
Door gebed en offer kunnen wij op aarde reeds de overblijvende tijdelijke straffen uitboeten, zo niet zullen we deze volledig moeten uitboeten in het vagevuur. In het bijzonder door de aflaten kunnen wij kwijtschelding van de tijdelijke zondenstraffen verkrijgen voor de zonden die reeds vergeven zijn.
Als de Heilige Kerk ons aflaten verleent, put zij uit de oneindige voldoeningen van Jezus Christus en die van de Heiligen, en past deze op ons toe als plaatsvervangende genoegdoening voor onze zonden-straffen. Tenzij het tegendeel bepaald is, zijn alle door de Paus verleende aflaten toepasselijk op de zielen in het vagevuur.
Door een volle aflaat verkrijgen wij kwijtschelding van alle overgebleven straffen der reeds vergeven zonden. De gedeeltelijke aflaat scheldt slechts een deel van deze straffen kwijt. Zo is b.v. een aflaat van drie, zeven, enz. jaren, of van 300 dagen, de kwijtschelding van de straf of penitentie die canoniek opgelegd had kunnen worden tot uitboeting der zondenstraffen gedurende drie of zeven jaar, of gedurende 300 dagen.
Om een aflaat te verdienen, is het noodzakelijk dat men:
- in staat van genade is, zijn zonden waarlijk berouwt, en bij de volle aflaat, men ook vrij is van alle dagelijkse zonden en van elke genegenheid daartoe (de straf kan namelijk niet kwijtgescholden worden, als de schuld niet eerst kwijtgescholden is);
- tenminste de algemene intentie heeft om een aflaat te verdienen (in b.v. het morgengebed: ‘ik wil de aflaten verdienen die eraan verbonden zijn’);
- de voorgeschreven werken verricht, zoals b.v. een gebed, vasten, aalmoezen, een kerkbezoek, het ontvangen van de sacramenten. Het gebed is altijd luidop (hoorbaar is voldoende) behalve als het er uitdrukkelijk bijstaat dat het inwendig mag gebeden worden.
- Bij een volle aflaat gelden bovendien de gewoonlijke voorwaarden:
– Biecht: binnen acht dagen vóór of na de aflaatdag;
– H. Communie: ook mogelijk daags vóór de aflaatdag, of binnen acht dagen erna;
– Gebed tot intentie van de Heilige Vader: ook als in een periode van sedisvacatie er tijdelijk geen Paus is, kan men altijd volgens deze vaste intentie bidden, namelijk: voor de glorie van de H. Kerk, de uitroeiing der dwaalleren, de uitbreiding van het H. Geloof, de bekering der zondaars en de vrede onder de christelijke vorsten.
Aflaten voor de overledenen, in November
- Op Allerzielen of op de daaropvolgende Zondag kan de Toties-quoties-Aflaat verdiend worden. Dit is een volle aflaat, alleen toepasselijk op de zielen van het Vagevuur, die aan de gelovigen verleend wordt, zo vaak als zij een kerk of openbare kapel bezoeken, en daar telkens zes maal Onze Vader, Wees gegroet en Eer aan de Vader bidden tot intentie van de Heilige Vader (zie hierboven). (H. Pius X, 1914 en Pius XI, 1938). Volgens canon 923 kunnen deze aflaten ook verdiend worden de dag ervoor vanaf de middag (vanaf 12 uur op Allerheiligen of vanaf 12 uur de zaterdag erna)
- Wie gedurende het octaaf van Allerzielen (2-9 November) een kerkhof bezoekt en daar bidt voor de overledenen, verdient een volle aflaat, eenmaal daags en alleen toepasselijk op de zielen van het Vagevuur.
Ik bid voor de overledenen, opdat zij, wanneer zij in de eeuwige heerlijkheid zullen zijn, ook voor mij bidden.
(Hl. Augustinus)
Concilie van Trente:
„De arme zielen in het vagevuur worden geholpen door de voorbeden der gelovigen
maar vooral door het welgevallige Misoffer.“
Dispensaties en “commuteringen” volgens kerkelijk recht
Beste gelovigen,
Volgens het canoniek recht kan de biechtvader de voorwaarden voor het verkrijgen van aflaten omzetten (wijzigen), namelijk de voorwaarden die niet haalbaar zijn door barre omstandigheden.
Bijvoorbeeld een kerkhof wordt ontwijd door de begrafenis van een heiden, ketter, schismatiek, vrijmetselaar, publieke zondaar. De Kerken en kapellen zijn ontwijd door een ketterse en/of schismatieke eredienst of evenementen beter gezegd.
Hierover spreekt praktisch geen priester noch bisschop meer. ERG ! Maak ze wakker !!! Ze laten hun gelovigen naar ontheiligde (dus ongeldige) kerkhoven en kerken en kapellen lopen om aflaten te verdienen. Vermits aan de voorwaarden niet meer wordt voldaan (KATHOLIEKE kerkhoven, kerken/kapellen bezoeken), is ook de aflaat ongeldig. Want om de aflaat te kunnen verdienen moet men aan de voorwaarden voldoen. Miserere Domine, miserere nostri !
Wetboek van Canoniek Recht nr 935: “Biechtvaders kunnen de goede werken die zijn opgelegd om aflaten te verkrijgen, veranderen ten gunste van degenen die wettig verhinderd zijn om ze te volbrengen. »
Dus voor al degenen die biechten bij uw dienaar (pater Eric Jacqmin) verander ik de volgende voorwaarden:
- communie op dezelfde dag wordt omgeschakeld naar geestelijke communie
- biecht 8 dagen ervoor of erna wordt verwisseld door een gewetensonderzoek en een acte van berouw
- het bezoek aan een katholieke kerkhof (dat niet meer bestaat wegens de ontheiliging van onze begraafplaatsen door novus ordo geknoei) wordt gecommuteerd in een bezoek aan een duidelijk katholiek graf (waar een kruis op staat)
- het bezoek aan een kapel of kerk (die praktisch allemaal novus ordo zijn en dus ook ontheiligd) wordt veranderd naar een bezoek aan een kapel of kerk waar geen novus ordo liturgie meer is of nooit zulke liturgie was (bijv. kleine kapellen toegewijd aan Maria of andere heiligen). Indien dit niet meer te vinden is, dan is een “bezoek” aan een kruisbeeld dat in uw bidkamer of leefkamer (géén slaapkamer!) hangt voldoende.
- de kruisweg in een kerk wordt omgeschakeld naar de kruisweg die thuis wordt gebeden voor een (klein) kruisbeeld (bij voorkeur van hout)
- de rozenkrans voor het tabernakel wordt omgeschakeld naar de rozenkrans voor een beeld van de Heilige Maagd dat door de Kerk wordt erkend (dus geen standbeelden van niet-erkende privé-openbaringen) en denkend aan een tabernakel waar de Hostie, geldig en geoorloofd geconsacreerd, met eerbied wordt bewaard .
Als u nog andere vragen heeft, kunt u mij aanspreken.
Veel godsvrucht!
Pater E. Jacqmin+